West-Indische Buurten

In dit lexicon vindt u alle lemma’s van de West-Indische straten die in West-Indische buurten liggen. Van elk lemma is een omschrijving gegeven. Voorbeeld: Woont u in de Arubastraat of aan de Paramaribolaan dan zoekt u op ‘Aruba’ of ‘Paramaribo’ en u krijgt een omschrijving te zien. Bij een lange omschrijving moet u het lemma links aanklikken en de totale beschrijving verschijnt. Onderaan ziet u hoe vaak het lemma vernoemd is en in welke combinatie (-straat, -laan, -weg, -plantsoen, -pad, etc.) het voorkomt.

Zoeken naar begrippen

Begrippenlijsten

Term Definitie
Slagbaai

Landhuis Slagbaai is na Landhuis Karpata waarschijnlijk het beroemdste landhuis van Bonaire. Het ligt in het Washington Slagbaai National Park, waar ook plantage Washington lag. Deze twee plantages waren zeer groot. Van alle honderden plantages die Nederland bezat tijdens diens koloniale tijd op de Nederlandse Antillen, waren de plantages van Washington en Slagbaai het grootst en meest winstgevend. Op plantage Slagbaai verbouwde men massa’s dividivi-peulen en aloë, en de geslachte geiten ging naar buureiland Curaçao. Hier heeft de plantage ook diens naam aan te danken. Slagbaai is namelijk een verbastering van Slachtbaai, een baai waar geiten geslacht werden. In totaal zijn er meer dan drieduizend geslachte, gepekelde en gedroogde geiten vanaf Boca Slagbaai (inham Slagbaai) naar Curaçao verscheept. Daarmee was Boca Slagbaai de eerst haven van Bonaire. Vanaf deze haven werd in de loop van de tijd ook veel zout verscheept naar Curaçao en Nederland. Zout was in die tijd peperduur en werd onder andere gebruikt voor het pekelen van haringen. Dit zout werd uit de zoutpan gehakt die op plantage Slagbaai aanwezig was (Saliña Slagbaai). Met Landhuis Slagbaai wordt feitelijk het ‘Opzichterhuis Slagbaai’ bedoeld. Daarnaast zijn staan er nog drie andere gebouwen bij Boca Slagbaai: Douanekantoor Slagbaai, Slachthuis Slagbaai en Zoutmagazijn Slagbaai (Mangasina). Het zijn alle vier prachtige historische gebouwen die okergeel gekleurd zijn en rode dakpannen bevatten. De vier gebouwen dateren uit 1868.

Bron
-           https://www.beautiful-bonaire.nl/bezienswaardigheden/landhuis-slagbaai.php (8-1-2019)

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Slagbaai (1)

Author - Dick Rozing
Hits - 1074
Sint Maarten

Sint-Maarten is een land van het Koninkrijk der Nederlanden en eiland tussen de Atlantische Oceaan en de Caribische Zee. Sint-Maarten is sinds 10 oktober 2010 een land van het Koninkrijk der Nederlanden en is een van de Bovenwindse Eilanden. Sint-Maarten bestaat uit een Frans en Nederlands deel. In het Nederlandse deel zijn de belangrijkste nederzettingen Philipsburg, Simpsonbay Village en het Cole Bay-district. Sint-Maarten heeft in totaal een oppervlakte van 87 km2 en 74.884 inwoners (2007). Er woont een kleine groep blanken van Europese afkomst en een grote groep kleurlingen. Het negroïde deel van de bevolking is groot vanwege de vroegere slavenarbeid. Sint Maarten heeft Frans en Nederlands als officiële talen. De voertaal is echter Engels, doordat de bevolking voor het grootste deel afstamt van Engelstalige slaven. Sinds 1960 is de bevolking op Sint-Maarten flink toegenomen. Aan het begin van de jaren 1960 woonden er ongeveer 3000 mensen, maar nu zijn het er ruim 30.000. Deze groei wordt veroorzaakt door de sterk groeiende toeristenindustrie van de afgelopen tientallen jaren.

In de tweede helft van de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw was er grote armoede op Sint-Maarten. Vanaf de jaren 1950 kwam het toerisme op gang en ging het beter met de economie. Verder is de overheid een van de grotere werkgevers op Sint-Maarten. Daarnaast vindt op het eiland wat visvangst plaats. Door de steeds maar groeiende stroom werkzoekende immigranten is de werkloosheid hoog. 
Het eiland is bergachtig en de kust is voor het grootste deel steil. Door de grote verdamping heeft Sint-Maarten in hoofdzaak een savannevegetatie. De hoogste berg is de Paradise Peek, die in het Franse deel van het eiland ligt. Het klimaat op Sint-Maarten is tropisch. De zon schijnt bijna altijd en de gemiddelde jaartemperatuur is ongeveer 27 graden. Er waait altijd een verkoelende noordoostpassaatwind. De hoeveelheid neerslag is van jaar tot jaar zeer verschillend. Als er regen valt, gebeurt dat meestal in de vorm van korte, hevige buien. Sint-Maarten ligt in een gebied waar veel orkanen voorkomen.
Op Sint-Maarten zijn er savannegebieden en stukken tropisch oerwoud. Er groeien allerlei soorten palmbomen, cactussen, orchideeën, fruitbomen en varens. Andere bekende bomen- en plantensoorten op Sint-Maarten zijn de cacaoboom, kokospalm, cassave en de tamarinde.

Sint-Maarten wordt al sinds 4000 v.C. bewoond. Rond 800 n.C. woonden de Arowak-indianen er. In de veertiende eeuw kwamen de Carib-Indianen die veel oorlogszuchtiger waren en aan kannibalisme deden. Zij noemden het eiland Soualiga, wat zouteiland betekent. Het eiland zou op 11 november 1493 door Columbus ontdekt zijn. Omdat die dag de feestdag van Sint-Maarten is, gaf hij het eiland die naam. De Spanjaarden lieten het eiland aanvankelijk met rust. Rond 1630 vestigden Fransen en Nederlanders zich er, vooral vanwege het aanwezige zout. Zij werden door de Spanjaarden verdreven. In 1648 tekenden de Nederlanders met de Fransen een overeenkomst waarbij het eiland gedeeld werd. Tot 1983 was Sint-Maarten het bestuurlijk centrum van de Nederlandse Bovenwindse Eilanden.

Bron
-     Winkler Prins, https://www.winklerprins.com/online/studie/ (13 april 2019)

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Sint Maarten (1), Sint Maartendreef (1),  Sint Maartenlaan (1), Sint Maartenpad (1), Sint Maartenstraat (7), Sint Martinstraat (1). Totaal 12.

Author - Dick Rozing
Hits - 1122
Synoniemen - Sint Martin
Sint Kruis

Sint-Kruis, in het Frans Saint Croix is het zuidelijkste en grootste eiland van de Amerikaanse Maagdeneilanden. De hoofdplaats van de Amerikaanse Maagdeneilanden bevindt zich echter op Saint Thomas. Saint Croix heeft een oppervlakte van 218 km2 en ongeveer 54.500 inwoners (2010). Vlissingers hebben Sint-Kruis in de zeventiende eeuw gekoloniseerd. Maar het eiland is in vele handen geweest en was achtereenvolgens een kolonie van Spanje, Nederland, de Orde van Malta, Frankrijk, Denemarken en de Verenigde Staten.

Er zijn twee plaatsen op het eiland: Christiansted met 3000 inwoners en Frederiksted met 830 inwoners (2004). Circa 3 kilometer ten oosten van Frederiksted bevindt zich de St. George Village Botanical Garden, een botanische tuin.

Bron
-     https://nl.wikipedia.org/wiki/Saint_Croix (13 april 2019)

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Sint Kruislaan (1)

Author - Dick Rozing
Hits - 883
Savonet

Plantage Savonet was een van de eerste plantages op Curaçao en omvatte, samen met plantage Zorgvlied, bijna 1.600 hectare land. Ze voorzag in wol, maïs, zaden, vlees en hout (als grondstof voor verf). In de tweede helft van de negentiende eeuw liepen er 2.400 schapen, 850 geiten, 400 koeien en 60 varkens rond. De honderden slaven woonden in de nabijheid, in kleine hutten die helaas de tand des tijds niet hebben doorstaan. Het oude landhuis werd in 1804 door de Engelsen in band gestoken toen zij binnenvielen. Het werd in zijn oude luister hersteld in het begin van de negentiende eeuw. De buitengebouwen van het koloniale landhuis Savonet liggen bij de entree van het Christoffelpark, rond 1662 gebouwd door Matthias Beck, onderdirecteur van de West-Indische Compagnie. In 2010 is het landhuis heropend na een grondige renovatie en is nu een cultureel museum met informatie over de voormalige plantage en de culturele geschiedenis van Curaçao. 

Bronnen
-           https://www.curacao.com/nl/directory/doen/landhuizen/landhuis-savonet/ (8-1-2019)
-           https://antilliaansdagblad.com/nieuws-menu/18210-landhuis-savonet-krijgt-opknapbeurt (8-1-2019)

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Savonet (1)

Author - Dick Rozing
Hits - 1343
Santigron

De nieuwe gronden aan de Saramaccarivier werden uitgegeven tijdens het Engels tussenbestuur. Merendeels werden de gronden niet ontgonnen maar afgewerkt als houtgrond. Een van deze gronden was de houtgrond Wilhelmina-Catherina-Frederika, bijgenaamd Santigron. Onder gouverneur Juriaan François de Fiderici werden de gronden aan de Saramaccarivier uitgegeven, waarbij hij zichzelf niet vergat. In 1799 verkreeg hij, eveneens planter, de 1.500 akkers grote houtconcessie Santigron. Een jaar later verdubbelde hij zijn areaal. In de Surinaamse almanak van 1843 staat vermeld dat plantage ‘de  Nieuwe Hoop’ een plantage vormde met Santigron en het totale oppervlak 5.850 akkers omvatte. L.A de Mesquita voerde directie en C.C. Frencel was de directeur. Er werkten in totaal 69 slaven. In 1863 was de eigenaar Jacob Bueno de Mesquita Izaakzoon en hij kreeg als tegemoetkoming ƒ 2.400,- voor acht slaven. Na de emancipatie trokken de marrons naar de lager gelegen delen langs de rivier. Een van hun belangrijkste dorpen werd gesticht op de verlaten houtgrond en werd eveneens Santigron genoemd. De inwoners verdienden lange tijd hun geld met houtkap en houtbewerking, maar vandaag de dag werken ze vaak in Paramaribo. Ook komen er veel toeristen naar Santigron om het traditionele karakter van het dorp te bewonderen.

Bron
-           Dikland, Philip, 2001 op http://www.suriname-heritage-guide.com/ Rubriek ‘Geschiedkundige informatie’, gebied ‘Saramacca rivier, map  ‘plantages’, Santigron 2001-01 geschiedenis.pdf

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Santigron (1)

Author - Dick Rozing
Hits - 926
Synoniemen - Wilhelmina-Catherina-Frederika
Saba

Saba is een bijzondere Nederlandse gemeente en eiland tussen de Atlantische Oceaan en de Caribische Zee. Saba was tot 10 oktober 2010 deel van de Nederlandse Antillen. De Nederlandse wetgeving vervangt vanaf 10 oktober 2010 stapsgewijs de Antilliaanse wetgeving. Alle Nederlandse ministeries worden vertegenwoordigd door de Rijksdienst Caribisch Nederland. Saba is het kleinste eiland van de Bovenwindse Eilanden, met een oppervlakte van 13 km2 en met 1.601 inwoners (2009). De hoofdplaats van Saba is The Bottom. Het eiland bestaat uit de Pleistocene, uitgedoofde vulkaan Mount Scenery. Door sterke erosie zijn talrijke, radiaal verlopende kloven ontstaan. De kusten zijn, door inwerking van de zee, zeer steil. Saba is begroeid met een soortenrijke vochtig-tropische vegetatie. 
De belangrijkste werkgever is het bestuurlijk apparaat. Landbouw en visserij dienen de lokale behoefte. Het eiland verkeerde, door de ontoegankelijkheid over zee, lange tijd in een isolement; pas na de aanleg van de landingsbaan op Flat Point (1960) kwam hierin verandering.

Saba werd in 1632 door de Hollanders in bezit genomen. Saba wisselde vaak van koloniale heerser. Het was in bezit van Frankrijk, Spanje, Nederland en van de Britten. In 1816 kwam het definitief bij Nederland.

Bron
-     Winkler Prins, https://www.winklerprins.com/online/studie/ (10 april 2019)

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Saba (1), Sabadreef (1), Sabalaan (1), Sabapad (1), Sabapier (1), Sabaplaats (1), Sabastraat (9). Totaal 15.

Author - Dick Rozing
Hits - 1180
Rozentak

De plantage Rozentak (ook wel Roose Tak genaamd) was een kleinere plantage op Curaçao, gelegen in de Middendivisie van het eiland, in het Joodse Kwartier. Aan de zuidzijde grensde het aan het Schottegat, in het noorden aan het joodse kerkhof Beth Haïm (Huis der Levenden) en oostelijk aan de plantage Blenheim.. De vroegste eigenaar uit 1739 was Jacob van David Senior. De plantage wisselde tot 1824 nog dertien keer van eigenaar. In 1847 werd Rozentak aan de naastgelegen plantage Blenheim toegevoegd en bij de komst van de olieraffinaderij van de Shell in het begin van de twintigste eeuw werden alle plantages door die raffinaderij opgeslokt. Slechts de joodse begraafplaats is behouden gebleven, hoewel de stenen danig te lijden hebben van de luchtvervuiling door hun buurman.

Bron
-           http://curacao.buzink.com/rozentak.htm

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Rozentak (1)

Author - Dick Rozing
Hits - 1111
Synoniemen - Roose Tak
Rensselaer, Kiliaen van

Kiliaen van Rensselaer (1586-1643), juwelier, lid van de Amsterdamse kamer van de WIC. In de jaren 20 van de 17e eeuw waren de financiële vooruitzichten van de WIC slecht. Ondanks tegenslagen bleef een groep bewindhebbers en hoofparticipanten van de kamer Amsterdam zich voor de intensivering van kolonisatie inzetten. Bewindhebber Kiliaen van Rensselaer was de woordvoerder van de groep die particuliere initiatieven op het terrein van kolonisatie wilde stimuleren. De voorstellen van Rensselaers hebben ertoe geleid dat het bestuur van de WIC in maart 1628 enige ‘vryheden ende exemptien’ op schrift stelden die de weg vrijmaakten voor de stichting van particuliere patroonschappen. Verschillende particulieren melden zich als gegadigden voor een patroonschap, maar alleen Kiliaen van Rensselaer slaagde erin een duurzaam patroonschap te vestigen, namelijk de kolonie Rensselaerswijk bij Nieuw Amsterdam (New York). Rensselaerswijk groeide uit tot een redelijk welvarende landbouwkolonie. Na zijn dood in 1643 werd het patroonschap door zijn zoons voortgezet.

Bron
-     Heijer, Henk den, De geschiedenis van de WIC (Zutphen 2002) 84-85.

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Van Renselaerstraat (1)

Author - Dick Rozing
Hits - 852
Synoniemen - Rensselaer
Quashiba

Quashiba leefde in slavernij op Sint Maarten. In 1835 slaagde ze erin om met een vijftal lotgenoten, waaronder haar twee kinderen Sammy en Jane, in een bootje te ontsnappen naar het nabijgelegen Britse eiland Anguilla. Vijf jaar later zou Quashiba’s partner, Matthew Stancliff, het aandurven om terug te varen naar Sint Maarten om ook Quashiba’s zuster Minny en haar kinderen op te halen, zodat ook die in vrijheid konden leven. Quashiba en haar familie staan dus voor de strijd om vrijheid.

Bron
-           Prof. dr. Gert Oostindie, directeur KITLV in 'Advies-KITLV-straatnamen-Amsterdam.pdf' d.d. 19-6-2019

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Quashibastraat (1)

Author - Dick Rozing
Hits - 1295
Paramaribo

Paramaribo is de hoofdstad van Suriname en tevens een district, aan de linkeroever van de Surinamerivier, met 253.000 (2003 schatting) inwoners. Paramaribo is regeringszetel, handelscentrum en havenstad. Vrijwel alle overheidsinstellingen zijn in de hoofdstad gevestigd. Belangrijk is de functie van Paramaribo als zetel van vrijwel alle (hoofd)kantoren van handels-, bank-, verzekerings- en verwante bedrijven. De industrie omvat o.m. houtzagerijen, bouwnijverheid en aluminium-, voedings- en genotmiddelen-, meubelen- en leerwarenindustrie. Voorts is de zogenaamde informele sector van groot belang voor de economie. Autowegen leiden naar Nieuw-Nickerie in het westen, Albina in het oosten en het Van Blommesteinmeer in het zuiden. In Paramaribo zijn gevestigd de Anton de Kom Universiteit van Suriname, een tropisch landbouwinstituut en diverse algemene ziekenhuizen en categorale verpleeginrichtingen. 
Nabij de oudste kern, Fort Zeelandia ingericht als cultuurhistorisch museum en sinds 1980 als hoofdkwartier van het Nationale Leger in gebruik, zijn de met bomen omzoomde straten in een rechthoekig patroon aangelegd. Enkele monumentale herenhuizen van rode baksteen en veel witgeschilderde houten huizen bepalen verder het beeld van het oude centrum, waar overigens sinds de jaren vijftig veel her- en nieuwbouw in steen heeft plaatsgevonden. De naoorlogse uitbreidingen zijn voornamelijk opgetrokken in steen.
Oorspronkelijk was Paramaribo een Indiaanse nederzetting. In 1667 kwam de stad in handen van Nederlanders (Zeeuwen); zij werd door Abraham Crijnssen tot hoofdstad verheven. In 1821 en 1832 werden grote delen van de stad door brand verwoest. Paramaribo was tot in de tweede helft van de 19de eeuw het commercieel centrum van koffie-, suiker-, katoen- en cacaoplantages. Verschuivingen in de wereldhandel en de afschaffing van de slavernij (1863) maakten hier een eind aan. In de 20ste eeuw vond een sterke trek van de plattelandsdistricten naar de stad Paramaribo plaats.

Bron
-      Winkler Prins, https://www.winklerprins.com/online/studie/ (10 april 2019)

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Paramaribohof (1),  Paramariboplein (1), Paramaribostraat (7),  Paramariboweg (1). Totaal 10.

Author - Dick Rozing
Hits - 1531
Papa Koenders

Julius Gustaaf Arnout Koenders, beter bekend als Papa Koenders (Paramaribo, 1886 – Paramaribo 1957) was onderwijzer en een activist voor het Sranantongo. Hij was in eigen woorden 'kleinzoon van grootouders die slaven waren'. Met zijn in 1944 opgerichte vereniging Pohama bevorderde hij het Sranan en de Creoolse cultuur daarnaast richtte hij het maandblad Foetoe-boi op dat verscheen van 1946 tot 1956. Hij publiceerde in 1943 Foe memre wi afo,1 juli 1863-1943, Het Surinaamsch in een nieuw kleed [Om onze voorouders te herdenken], het jaar daarop 60 moi en bekentie singie na Sranantongo [60 mooie en bekende liederen in het Sranan] en in 1945 Aksie mie, mie sa piekie joe foe wie skien [Vraag me, ik zal je antwoorden over het menselijk lichaam]. Koenders heeft grote invloed gehad op andere bekende Surinaamse auteurs als Eddy Bruma, Trefossa en Michaël Slory.

Bron
-           Gert Oostindie, directeur KITVL in 'Advies-KITLV-straatnamen-Amsterdam.pdf' van 7-6-2019

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Papa Koendersstraat (1)

Author - Dick Rozing
Hits - 1008
Onoribo

De plantage Onoribo, in de volksmond ‘Dan’, was een hout- en suikerplantage aan de Parakreek, een aftakking van de Surinamerivier, in het huidige district Para. Al midden zeventiende eeuw was er een plantage in de buurt van het latere Onoribo, maar door overvallen van de inheemse bewoners van Suriname werd de plantage aan het einde van de eeuw weer verlaten. In 1699 stichtte Jean François de la Lieu uit Namen de plantage, waarop toen 22 slaven werkten. De plantage wisselde meerdere keren van eigenaar, tot halverwege de achttiende eeuw de toenmalige eigenaren besloten om de grond te verlaten omdat de suikerproductie er niet meer rendabel was. De slaven die er werkten werden overgeplaatst naar een andere plantage, maar daar liepen ze weg. Zij keerden terug naar Onoribo: dat was hun thuis, daar waren ze geboren en opgegroeid. Daarop besloten de plantage-eigenaren om Onoribo dan toch maar in bedrijf te houden, dit keer als houtplantage. Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 kregen 85 slaven op Onoribo de vrijheid. Omdat Onoribo zonder slavenmacht niet meer rendabel was voor de eigenaren, verkochten zij de grond aan de familie Ommen. Zij waren als slaven geboren op de plantage, en maakten er nu hun thuis van. In 2005 was deze familie nog steeds eigenaar van de grond. Ook bestaat er vandaag de dag een vereniging om de grond te beheren.

Bronnen
-           Dikland, Philip, 2005 op http://www.suriname-heritage-guide.com/ Rubriek ‘Geschiedkundige informatie’, gebied ‘Parra kreek, map  ‘plantages’, Onoribo 2005-01 geschiedenis.pdf
-           http://verenigingplantageonoribo.org/

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Onoribo (1)

Author - Dick Rozing
Hits - 958
Nickerie

Nickerie is een van de districten in het noordwesten van Suriname. Het ligt aan de monding van de rivier de Corantijn, de grensrivier tussen Suriname en Guyana. De hoofdplaats is Nieuw-Nickerie, gelegen aan de rivier de Nickerie. Een andere bekende plaats is Wageningen. Het district beslaat 5.353 km² en had in 2012, bij de laatste volkstelling, 34.233 inwoners, voornamelijk Hindoestanen en Javanen. Alle bevolkingsgroepen zijn er echter vertegenwoordigd. Met de kolonisatie werd pas rond 1800 begonnen. Voordien was zij door meerdere redenen ongunstig. Suriname was destijds in Britse hand, het merendeel van de planters die zich er vestigden waren dan ook Schotten en Engelsen. Ook nadat Suriname weer een Nederlandse kolonie werd, bleef het district nog lange tijd meer op de naburige Britse koloniën gericht dan op Paramaribo. De Nickeriaanse plantages waren erg welvarend tijdens de negentiende eeuw, ook na de afschaffing van de slavernij. Aan het einde van de eeuw gingen zij echter door een samenloop van omstandigheden ten gronde. In hun plaats kwamen kleinlandbouwers, die zich in de loop van de tijd vooral op rijst toelegden. Nog vandaag is deze een belangrijk onderdeel van de economie.

Het hoofdbestaansmiddel is de landbouw. Hierin is vooral de rijstbouw van groot belang; Nickerie is de grootste rijstproducent van Suriname. Rijst wordt op grote en middelgrote schaal aangebouwd bij Wageningen en op kleine schaal in verscheidene vestigingen in het district. Daarna worden ook nog enkele andere exportgewassen aangeplant, zoals bacoven (bananen) en suikerriet. Verder is de veeteelt, voornamelijk van runderen, maar ook van schapen, geiten, kippen en doksen (eenden), in Nickerie relatief belangrijk vergeleken met andere districten en vangt men vis in de zwampen (moerassen). Op enkele plaatsen wordt op kleine schaal aan bosbouw gedaan. Van industrie is nog weinig sprake.

Het district Nickerie is in De Nationale Assemblée vertegenwoordigd door vijf gekozen parlementariërs.

Bronnen

  • Bruijning, C.F.A. en J. Voorhoeve (red.), Encyclopedie van Suriname (Amsterdam 1977) 156.
  • http://www.suriname.nu/175alg/nickerie01.html (10 april 2019)

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Nickeriepad (1), Nickeriestraat (2)

Author - Dick Rozing
Hits - 1306
Nepveu, Jan

Jan Nepveu of Jean Nepveu (Amsterdam, 27 augustus 1719 - Paramaribo, 27 februari 1779) was een Nederlandse gouverneur van Suriname.

Jan Nepveu werd geboren in Amsterdam. Toen hij vier jaar oud was, besloten zijn ouders om met hun gezin naar Suriname te verhuizen. Nepveu begon zijn maatschappelijke carrière in Suriname vrijwel onder aan de ladder en is langzaam opgeklommen van klerk via allerlei functies zoals secretaris van het hof van politie en tweede advocaat-fiscaal, tot uiteindelijk gouverneur-generaal van Suriname. Eerst als ad interim in 1768 en vanaf 1770 definitief. 
In 1767 huwde Nepveu met Elisabeth Buys. Zij was de eigenaresse van de plantages Buyslust en Stolkertsvlijt. Nepveu was een vooruitstrevende planter en voerde op zijn plantages en op die van zijn vrouw een aantal innovaties door. 
Onder Nepveus bestuur werden extra Staatse troepen naar Suriname gevoerd om vanaf 1773 ingezet te kunnen worden in de strijd tegen de marrons. Onder bevel van de Louis Henri Fourgeoud, met wie Nepveu op zeer gespannen voet stond, werd fort Buku veroverd. 
Het was eveneens onder Nepveus bestuur dat de desastreuse gevolgen van de zogenaamde negotiatiën op de plantages zich openbaarden. Een negotiatie was een soort vennootschap tot het uitlenen van geld. Tijdens de Amsterdamse beurscrisis van 1773 gingen veel Surinaamse plantagehouders failliet, wat de WIC in grote financiële moeilijkheden bracht. De Surinaamse planters staken diep in de schulden nadat de koffieprijs was gedaald. Zij hadden veel te grote hypotheken afgesloten en leefden op grote voet. Een aantal planters verkocht hun plantage met verlies en trok weg.
Jan Nepveu heeft een manuscript over Suriname geschreven, de ‘Annotatiën’ van Jan Nepveu. Dit is een belangrijke bron voor het leven in Suriname in de tweede helft van de 18e eeuw. Zo maakte hij een lijst met woorden in het Sranan, schreef hij over de straffen die werden uitgedeeld en de ziektes die heersten op plantages en slavenschepen. Met de jaren nam ook Nepveus welvaart toe. Bij zijn dood in 1779 was hij eigenaar van een heel aantal plantages, huizen en slaven. 1761

Bronnen

  • Blok, P.J en P.C. Molhuysen (red.), Nieuw Nederlands Biografisch woordenboek (Leiden 1930) 1211.
  • http://www.amsterdam-slavernij.nl/item/jan-nepveu/ (29 maart 2019)

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Nepveustraat (1)

Author - Dick Rozing
Hits - 1238
Synoniemen - Nepveu
Nassau, Jan Maurits van

Johan Maurits graaf van Nassau-Siegen, bijgenaamd de Braziliaan, werd in 1604 geboren op slot Dillenburg. Op zijn zestiende startte hij zijn militaire carrière. Johan Maurits maakte snel carrière en klom op tot de rang van kapitein. Waarschijnlijk heeft hij uit geldgebrek ingestemd met een Braziliaans avontuur, namelijk om in 1636 de benoeming tot gouverneur-generaal en admiraal-generaal van de Nederlandse kolonie in Brazilië te accepteren. De Republiek was een nieuwe speler in Brazilië en de chaos regeerde vooralsnog in de jonge kolonie. Eenmaal in Brazilië ging Johan Maurits druk aan de slag. Hij stelde om te beginnen de Nederlandse bezittingen veilig met overwinningen op de Portugezen, en wist de kolonie aanzienlijk te vergroten. Hij tuigde een rechterlijke organisatie en richtte een modern bestuur in. Hij bouwde er een nieuwe stad aan vast, genoemd Mauritsstad.
Johan Maurits bracht de suikerproductie weer op gang door de verlaten plantages te veilen, en stelde de achtergebleven Portugezen leningen ter beschikking om ze te kopen. Omdat er bovendien nauwelijks Nederlandse kolonisten naar Brazilië trekken, was Johan Maurits voor werkkracht aangewezen op slaven. De gouverneur rustte een vloot uit om het fort Elmina aan de Afrikaanse westkust te veroveren, en bracht zo de Nederlandse slavenhandel op gang.   In Brazilië leeft Johan Maurits echter nog immer voort als de beste koloniale bestuurder die het land heeft gehad. Waar zijn reputatie vooral op stoelt is de door hem gevoerde politiek van verdraagzaamheid. Hij zette het beleid voort van godsdienstvrijheid en bood allerlei economische voordelen aan de Portugezen. Dit beleid was meer op noodzaak dan op idealen gestoeld, aangezien Johan Maurits de middelen mistte om de Portugezen definitief te verjagen en hij gedwongen was om met hen samen te leven. Waar de WIC met name winst nastreefde, had Johan Maurits ook andere idealen met Brazilië. Allerlei wetenschappers en kunstenaars in zijn gevolg brachten de flora en fauna van Brazilië in kaart en deden onderzoek naar medicijnen. De Compagnie kon of wilde de kosten die Johan Maurits met zijn uitbundige levensstijl maakte niet meer dragen en de Heren negentien riepen in 1643 de gouverneur terug. Na zijn terugkeer uit Brazilië betrok hij het Mauritshuis in Den Haag. Zijn uitgebreide natuurhistorische en etnografische collectie, in Brazilië verzameld, trok de aandacht van meerdere Europese hoven.

Johan Maurits vervolgde zijn loopbaan in het Staatse leger en groeide uit tot opperbevelhebber. In 1647 werd Johan Maurits benoemd tot stadhouder in de landen Kleef en Mark. In 1652 werd hij in het Duitse vorstendom verheven en mocht hij zich voortaan prins noemen.

Johan Maurits stierf in 1679 in Bergendal, nabij Kleef.

Bronnen

  • Heijer, Henk den, De geschiedenis van de WIC (Zutphen 2002) 9, 44-53, 76-77, 189.
  • https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/32501/johan-maurits-1604-1679-koloniaal-bestuurder-van-brazilie.html (29 maart 2019)

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Jan Maurits van Nassaustraat (1), Johan Maurits van Nassaustraat (1)

Author - Dick Rozing
Hits - 1066
Synoniemen - Nassau