Molukken
Begrippenlijsten
Term | Definitie |
---|---|
Molukken | De Molukken, of Maluku, zijn een archipel binnen de archipel van Indonesië. Geologisch gezien liggen de eilanden op de Halmaheraplaat, een regio met zeer complexe en actieve tektonische activiteit waar vier geologische platen en twee continenten elkaar treffen. Ten westen van de Molukken ligt Sulawesi, ten oosten Nieuw-Guinea en in het zuiden Timor. De Molukken bestaan uit ruim duizend eilanden, met een totaal oppervlakte van 74.505 km², Meer dan de helft is onbewoond. Het aantal inwoners bedraagt ruim 2,1 miljoen. Op de bewoonde eilanden zijn verschillende volken met zeer uiteenlopende tradities en gewoonten te vinden. De eilandengroep is verdeeld over twee provincies: Molukken (ook wel Zuid-Molukken genoemd, Maluku Selatan) en Noord-Molukken (Maluku Utara). De Molukse eilandengroep bestaat uit de volgende delen: in het noorden (provincie Noord-Molukken): Halmahera, Ternate, Tidore en de Bacaneilanden (waarvan Bacan het grootste is); in het midden (provincie Noord-Molukken): de Obi- en Sula-eilanden; in het zuiden (provincie Zuid-Molukken): Seram, Buru, Ambon en de Lease-eilanden; in het zuiden van de Bandazee (provincie Zuid-Molukken): Kei-, Aru-, Tanimbar-, Banda-eilanden, Babar- en Zuidwestereilanden. De eilanden staan traditioneel bekend als de specerijeneilanden en werden in 1512 door de Portugees Antonio de Abreu al aangedaan.Een jaar later leidde kapitein Antonio de Miranda Azevedo de eerste handelsvloot naar de Molukken. Hij opende handelsposten op Ternate en Bacan. Van de Spanjaarden hadden de Portugezen weinig te duchten, echter toen in 1599 de Nederlanders (Wybrand van Warwijck en Jacob van Heemskerck) kwamen, werd er strijd om de specerijen geleverd, die uiteindelijk door de Nederlanders werd gewonnen. Alleen in de Napoleontische tijd waren de Molukken korte tijd Brits bezit, vanaf 1814 heerste Nederland weer. De Banda-eilanden waren tot in de achttiende eeuw de enige producent ter wereld van nootmuskaat en foelie. De geschiedenis van de Molukkers in Nederland. Na de bezetting van Nederlands-Indië van 1942-1945 door Japan in de Tweede Wereldoorlog wilde de Nederlandse regering haar gezag over de kolonie herstellen. De Indonesiërs kwamen daartegen in opstand en onder leiding van Soekarno brak tussen 1945 en 1949 een onafhankelijkheidsstrijd uit. Het heropgerichte Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) kreeg van de Nederlandse overheid de opdracht de orde te handhaven en de vrijheidsstrijders te ontwapenen. Molukse beroepsmilitairen vormden een belangrijk deel van dit leger. Veel Indonesiërs beschouwden hen na de onafhankelijkheid dan ook als handlangers van de voormalige Nederlandse kolonisator. Desondanks kreeg men het aanbod om deel uit te gaan maken van het nationale Indonesische leger. Sommigen deden dat, maar veel anderen waren bang voor 'afrekeningen' die vroeg of laat zouden kunnen volgen. Nederland had in jarenlange onderhandelingen de Indonesiërs een federale staatsstructuur opgedrongen waarin de Molukken een vorm van zelfbeschikking zouden krijgen. Omdat het land internationaal geen steun kreeg bij zijn pogingen een rol in de kolonie te behouden, moest het zich in 1949 definitief daaruit terugtrekken. Het KNIL zou op korte termijn worden opgeheven. Hoewel bij de soevereiniteitsoverdracht bedongen werd dat de federale structuur er zou komen, veranderde Indonesië al snel in een eenheidsstaat. Als reactie daarop werd op 25 april 1950 op de Molukse eilanden de Republik Maluku Selatan (RMS) uitgeroepen, onder leiding van Chris Soumokil. Na hevige strijd werd de RMS in het najaar onder de voet gelopen door het Indonesische leger. De RMS-regering vluchtte naar Seram en heeft daar nog lange tijd een guerillastrijd gevoerd. De op dat moment nog in Nederlandse dienst zijnde Molukse militairen die op het eiland Java verbleven zaten mede als gevolg van de ontwikkelingen op Ambon in een benarde positie. Na het uitroepen van de RMS vertrouwden de andere Indonesiërs hen helemaal niet meer. Als 'tijdelijke' oplossing werden 4000 Molukse KNIL-ers en marinemannen daarom met hun gezinnen, in totaal ongeveer 12500 personen, met troepenschepen naar Nederland overgebracht. Daar kregen zij na aankomst - en velen zelfs al op de boot, vóór aankomst - te horen dat ze uit de militaire dienst waren ontslagen. Alleen de Molukse schepelingen die dienden bij de Koninklijke Marine, bleven in dienst. In totaal zouden 11 schepen worden ingezet, negen uit het buitenland en twee van Nederlandse bodem. Deze schepen zouden gezamenlijk twaalf reizen voor hun rekening nemen. Op 20 februari 1951 werd de eerste groep Molukkers op de Kota Inten naar Nederland gezonden. Ditzelfde schip vertrok drie maanden later als enige voor een tweede reis naar Rotterdam. Vaarschema van de twaalf scheepsreizen in 1951 Naam schip Datum+1e vertrekhaven Datum+2e vertrekhaven Datum aankomst # Passagiers Kota Inten 1e reis 20-2 Surabaya 21-3 Rotterdam 1022 Atlantis 21-2 Surabaya 22-2Tandjung Priok 23-3 Rotterdam 922 Roma 7-3 Tandjung Priok 8-4 Rotterdam 919 Castel Bianco 27-3 Tandjung Priok 24-4 Rotterdam 1052 New Australia 7-4 Surabaya 29-4 Amsterdam 1570 Groote Beer Tandung Priok 13-4 Semarang 12-5 Amsterdam 811 Skaubryn 14-4 Surabaya 6-5 Rotterdam 1204 Somersetshire 10-4 Surabaya 16-5 Rotterdam 592 Asturias 23-4 Tandjung Priok 24-4 Semarang 17-5 Amsterdam 1699 Fair Sea 10-5 Semarang 5-6 Rotterdam 1800 Goya Semarang 19-5 Tandjung Priok 15-6 Rotterdam 875 Kota Inten 2e reis 25-5 Tandjung Priok 21-6 Rotterdam 870 Bronnen Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Hits - 2198
Synoniemen:
Maluku |