Lombok
Begrippenlijsten
Term | Definitie |
---|---|
Lombok | Lombok is een Indonesisch eiland dat behoort tot de Kleine Soenda-eilanden. Het ligt in de Indische Oceaan ten oosten van Bali en ten westen van Soembawa. Het eiland heeft een oppervlakte van 4.725 km² (10 keer Texel). Er wonen 3.311.044 (2014) mensen. De hoofdstad Mataram ligt aan de westkant van het eiland en heeft ruim 420.000 inwoners (Census 2010). Lombok ligt ten oosten van Bali, aan de overkant van een diepe zeestraat, vol draaikolken. Het is een eiland met een geschiedenis en cultuur die nauw verweven zijn met die van het illustere buureiland Bali. In een aantal opzichten verschilt Lombok echter van Bali. Het klimaat is er droger en het land is ruiger, en de meerderheid behoort tot de islamitische Sasaks. Het landschap op Lombok wordt gedomineerd door de hoogoprijzende vulkaan, Gunung Rinjani, met zijn 3.726 meter de op één na hoogste berg in Indonesië is. De twee grote steden van het eiland, Mataram en Ampenan, liggen hier op kleine afstand van de statige oude hofstad Tjakranegara. Lombok zal altijd verbonden blijven met ‘De Lombok-expeditie van 1894’. Het was de tijd dat Nederland volop bezig was met zijn ‘pacificatie’-oorlogen in Nederlands-Indië. In 1891 kwamen de islamitische Sasaks, de bewoners van Lombok, in opstand tegen hun Balinese overheersers. De oude Balinese vorst van Lombok, radja Anak Agung Agung Ngurah Karangasem en zijn punggawa’s (districtshoofden) probeerden op agressieve wijze het verzet de kop in te drukken, maar slaagden daarin niet. De Sasaks riepen de hulp in van het Nederlandse gouvernement, maar de toenmalige gouverneur-generaal C. Pijnacker Hordijk greep niet in. Zijn opvolger Jhr. C.H.A. van der Wijck daarentegen was direct bereid het Nederlandse gezag en prestige in de archipel te handhaven na zijn aantreden op 17 oktober 1893. Hij beloofde de minister van Koloniën, Willem Karel van Dedem, aan de slag te gaan om de blaam uit te wissen ´die op ons kleeft ten opzichte van Lombok´. In juli 1894 verschenen voor de rede van Ampenan zes Nederlandse oorlogsschepen met aan boord een expeditiemacht van 2.500 man onder leiding van de generaals J.A. Vetter en P.P.H. van Ham. Eenmaal aan land besloot de radja dat verzet geen zin had en maakte hij plaats voor de kroonprins Anak Agung Ngurah Ketut. Een tevreden Nederlandse troepenmacht legerde zich hierop in een drietal kampementen, respectievelijk in Ampenan, Mataram en Tjakranegara. Maar geheel tegen de verwachting van het gouvernement in beraamden kroonprins Ketut en enige punggawas (hoofden) een aanval op de Nederlandse troepenmacht. In de nacht van 25 op 26 augustus 1894 werd met succes de aanval op de Nederlandse troepen in Tjakranegara ingezet. De volgende dag rond 6 uur ’s ochtends richtten de Balinesen hun aandacht op de troepen in Mataram. Toen de troepen in Tjakranegara zich daarvan gebruik makend terugtrokken richting Mataram werden ze alsnog onder vuur genomen, hierbij werd generaal Van Ham getroffen in borst en buik. Hij overleed kort na aankomst in Mataram aan zijn verwondingen. De Nederlandse troepen waren verslagen, of zoals Van den Doel schrijft: ‘In de pan gehakt’, maar rond 30 augustus nog niet geheel van Lombok verdreven. Vanaf 2 september arriveerde eerste versterkingen in Ampenan. Het duurde nog een maand voordat Mataram daadwerkelijk werd ingenomen. Op 29 september trokken de Nederlandse troepen de stad binnen, hevig verzet ondervindend van de inwoners, zowel mannen vrouwen als kinderen namen deel aan de gevechten en werden door de militairen gedood. Tegen de middag hadden de troepen het paleis ingenomen en werd de Nederlandse vlag op zijn ruines gehesen. Vlak daarvoor waren Anak Agung Ketut en het merendeel van zijn trouwste volgelingen in een hevige strijd gedood. De verovering en verwoesting van de rest van Mataram duurde voort tot 11 oktober waarna men zich begon voor te bereiden op een bombardement van Tjakranegara. De belegering duurde van 19 oktober tot 19 november. De daadwerkelijke aanval op Tjakranegara vond plaats op 18 november. Meer dan 2.000 Balinezen verloren het leven. Toen de Nederlandse troepen in de vroege morgen van 19 november een verlaten paleis aantroffen luidde dit een enorme plundering. De schatkamers van de vorst werden leeggehaald, de inhoud kwam, deels in handen van de Nederlands Indische regering en deels in die van de plunderende militairen en Sasak. Dezelfde dag nog werd 230 kilo goud en 3810 kilo zilver naar Batavia verscheept, de dag erop gevolgd door nog eens 3389 kilo zilver en drie kisten met waardevolle stenen en sieraden. Het geheel aan verscheepte voorwerpen kreeg algemene bekendheid als de ‘Lombokschat’, en werd verdeeld over diverse Nederlandse musea, waaronder het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden. Onder de overwinnaars bevond zich een anonieme tweede luitenant, genaamd Hendrik Colijn. Onze Hendrik ontving bij deze gelegenheid de militaire Willemsorde en het Lombokkruis en zou later meerdere malen minister-president van Nederland zijn. Nederland had in 1894 een geslaagde expeditie uitgevoerd op het eiland Lombok. De overwinning op de roerige bevolking werd in het vaderland op uitbundige wijze gevierd. Bij herdenkingen en in de media had het een grote invloed op de beeldvorming van een koloniale oorlog. In deze euforie werden straten, pleinen en gedenkzuilen vernoemd naar de overwinning van het Indische Leger op Lombok. Er brak een periode van bloei aan en de overheid nam de gelegenheid te baat alles wat met Insulinde te maken had, te promoten. De overwinning op Lombok betekende een keerpunt in de geschiedenis van de uitbreiding en bevestiging van het Nederlandse gezag in de Indische archipel. Na 1894 was iedereen ervan overtuigd dat er in de buitengewesten krachtig diende te worden opgetreden en het Nederlandse gezag definitief moest worden gevestigd. Het optreden op Lombok zou daarom gevolgd worden door andere expedities en de vestiging van Nederlandse ambtenaren tot in de verste uithoeken van Nederlands-Indië. Voor het eerst zou van Sabang voor de kust van noord-Sumatra tot Merauke in het zuiden van Nieuw-Guinea de Nederlandse vlag wapperen: in de gehele archipel zou sprake zijn van Nederlands-Indië. De Lombokexpeditie betekende staatkundige eenwording van Nederlands-Indië en het latere Indonesië. Over het bezit van koloniën bestond in het Nederland van honderd jaar geleden grote consensus. Het ‘pacificatie’-beleid in Nederlands-Indië werd beschouwd als volstrekt legaal en zelfs heldhaftig. Op het Haagse Malieveld reikte Koningin Emma onderscheidingen uit aan de leden van de Lombok expeditie, met de uitspraak: ‘Dat er zegen op uw wapenen mogen rusten.’ Het enige wat we er anno nu over kunnen zeggen is: ‘We denken er nu iets anders over.’ In 1911, slechts zeventien jaar na de Lombok expeditie bracht uitgeverij J.B. Wolters uit Groningen een veelkleurige schoolplaat met de titel De verovering van Tjakranegara, 1894 uit. De onderwijzers J.W. de Jongh en H. Wagenvoort, respectievelijk hoofd van een openbare school in Den Haag en hoofd van een christelijke school in Utrecht, schreven er een docentenhandleiding bij. Het was een bijzondere plaat, die na 1928 niet meer werd verkocht. Het gruwelijke beeld van de plaat en de recente geschiedenis van de WO I, was voor volwassen de aanleiding om te zeggen dat deze plaat niet geschikt was voor basisschoolleerlingen. Bronnen Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Hits - 1778
|