Riebeeck

Zoeken naar begrippen

Begrippenlijsten

Term Definitie
Riebeeck

Johan (Jan) Anthoniszoon van Riebeeck werd op 21 april 1619 in Culemborg geboren. Zijn vader was Anthony Janszoon van Riebeeck en zijn moeder Elisabeth Govertsdochter van Gaasbeek. Jan van Riebeeck werd in april 1639 door de bewindhebbers van de Kamer van Delft als chirurgijn aangenomen in dienst van de VOC. Hij voer in datzelfde jaar naar Sierra Leone, maar liep daar schipbreuk op. Een jaar later werd de VOC-bemanning opgehaald en meegenomen naar Batavia. Hij verliet het artsenvak en werd assistent bij de Generale Secretarie. In 1642 ging hij als secretaris naar Atjeh en kreeg als bewezen dienst de rang van onderkoopman. In 1643 vertrok hij naar Tonkin (Vietnam) en Tayouan (op Taiwan) en reisde door naar Desima (Japan). Hij bekwaamde zich in de zijdehandel en de locale talen en gebruiken. Eind 1647 voer hij terug naar Batavia. In 1648 ging hij terug naar Nederland waar hij aan het einde van dat jaar aankwam. Hij verliet de VOC omdat de bewindvoerders geen post voor hem handen die bij Jan van Riebeeck paste. In 1649 trouwde hij  in Schiedam met Maria de Queillerie. Uit dit huwelijk zijn vier zonen en vier dochters geboren, waarvan Abraham geboren in 1653 later gouverneur-generaal werd. 

Koopman Jan van Riebeeck woonde in Amsterdam en ging op walvisvaart naar Groenland en handelsreis naar West-Indië. Toen de VOC-bewindvoerders het plan hadden opgevat aan de Tafelbaai (Zuid-Afrika) een verversingspost op te richten, verzocht hij hen de post van opperhoofd te mogen bekleden. Van Riebeeck werd aangesteld. In 1652 stichtte hij de eerste Europese handelspost in Zuid-Afrika in een toen nog onontgonnen gebied. De nederzetting met Fort de Goede Hoop bij Kaap de Goede Hoop zou uitgroeien tot de Kaapkolonie en uiteindelijk tot de huidige Republiek Zuid-Afrika. Jan van Riebeeck was er commandeur tot 1662. Daarna vertrok hij opnieuw naar Batavia en nam zitting in de Raad van Justitie. Spoedig werd hij benoemd tot commandeur en president van Malakka, functies die hij bekleedde tot 1665. In 1664 was zijn vrouw overleden en keerde hij terug naar Batavia met zijn vier dochters. Hier werd hij secretaris van gouverneur-generaal Maetsuyker. Op 18 januari 1677 stierf Jan van Riebeeck na een ziekbed van vijf maande. Hij werd begraven in de Grote Kerk van Batavia.

Abraham van Riebeeck werd op 18 oktober 1653 geboren in de Kaapkolonie (Zuid-Afrika). Hij was de zoon van de stichter van de Kaap, Jan van Riebeeck en Maria de la Quiellerie. In 1662 vertrok het gezin van Jan van Riebeeck van de Kaapkolonie naar Batavia. Abraham werd naar Nederland gestuurd om in Leiden rechten te gaan studeren. In 1676 promoveerde hij in de rechten. Hij trad in dienst van de VOC en vertrok op 12 september 1666 aan boord van het VOC-schip ‘de Vrijheyt’ naar Indië als onderkoopman. Op 7 mei 1677 kwam hij daar aan. Op 3 januari 1678 werd hij met een zending naar Bantam belast. Hij trouwde in dat jaar met Elisabeth van Oosten en zij zouden zes kinderen krijgen. In 1702 werd hij door de Heeren XVII benoemd tot eerste raad en directeur-generaal van Nederlands-Indië. Op 2 maart 1708 werd Abraham van Riebeeck benoemd tot gouverneur-generaal. De functie nam hij op 30 oktober 1709 over van Joan van Hoorn. Van Riebeeck had een eigenzinnig karakter. Bekend werd zijn uitspraak: ’De Heeren in ‘vaderland besluyten de zaaken zoals zij het daer goetvinden, maer wij doen het hier, zoals wij het verstaen en best oordelen.’

Tijdens zijn bestuur werden de tinmijnen op Banka ontdekt. Van Riebeeck heeft zich ook veel ingezet voor de bevordering van de koffieaanplant. Hij ondernam veel kleine en vier grote reizen naar onder andere het binnenland van de Preanger, de Poentjak pas en naar de Tangkoeban prahu (omgekeerde prauw). Deze reizen, zowel te paard als te voet, vermeerderden niet alleen de geografische en topografische kennis, maar ook de economische kennis van binnenlandse regentschappen nam toe. In zijn gevolg bevonden zich tekenaars om kaarten en topografische afbeeldingen te maken en compagnieschilders. Er werden (primitieve) wegen aangelegd, waaronder een weg van de westkust naar Batavia om snel op de hoogte gebracht te kunnen worden wanneer de vloot Straat Soenda bereikte. Van zijn laatste reis naar de vulkanen bij Bandoeng en Garoet keerde Van Riebeeck terug met een zware dysenterie, een ziekte waaraan hij op 17 november 1713 overleed. Abraham van Riebeeck werd begraven op het Hollandse kerkhof te Batavia.

Bronnen
-           P.C. Molhuysen en P.J. Blok, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel 3 (Leiden 1914), p.1075-1077.
-           P.C. Molhuysen, P.J. Blok en Fr. K.H. Kossmann, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel 6 (Leiden 1924), p.1179-1181.
-           https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_van_Riebeeck (22-11-2017)
-           J. Bezemer, Beknopte Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië (1921), p.457.
-           L.P. van Putten, Ambitie en onvermogen, Gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië 1610-1796 (2002), p.114-117.

Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Jan van Riebeeckplein (1), Jan van Riebeekplein (1), Jan van Riebeekstraat (1), Van Riebeeckstraat (2), Van Riebeeckhof (1), Van Riebeeklaan (1), Van Riebeekstraat (1). Totaal 8.

Author - Dick Rozing
Hits - 1267
Synoniemen: Riebeek