Nieuw-Guinea
Begrippenlijsten
Term | Definitie |
---|---|
Nieuw-Guinea | Nieuw-Guinea, in het Indonesisch Pulau Irian, is een eiland dat bestaat uit een westelijk Indonesisch deel, Pulau Papoea (voorheen West-Papoea, Irian Bharat en van 1966-2000 Irian Jaya) en een oostelijk deel gevormd door de constitutionele monarchie Papoea-Nieuw-Guinea, die ook nog allerlei eilanden verder naar het oosten omvat. Het eiland is met een oppervlakte van 786.000 vierkante kilometer na Groenland het grootste eiland ter wereld. Het westelijke deel is 421.981 vierkante kilometer en had in 2005 bijna 2,8 miljoen inwoners. Nieuw-Guinea was van 1607 tot 1949 deel van Nederlands-Indië. Na de onafhankelijkheidsoorlog van Indonesië tussen 1945 en 1949 maakte het westelijk deel van Nieuw-Guinea tot 1962 als Nederlands-Nieuw-Guinea deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden en was het het laatste restant van de Nederlandse koloniën in deze regio. De hoofdstad was Hollandia (1910-1962) en heet nu Jayapura, en heeft 315.872 inwoners (2014). In 1872 erkende het sultanaat Tidore de soevereiniteit van het Koninkrijk der Nederlanden en gaf het Nederland toestemming bestuur te vestigen in haar gebieden, wanneer het Nederlands-Indische gouvernement daartoe de behoefte voelde. Daarmee kon Nederland een aanspraak op het gebied Nieuw-Guinea rechtvaardigen. De 141ste meridiaan werd als oostgrens gesteld en in 1898 ging het gouvernement ertoe over bestuursposten te vestigen in Fakfak en Manokwari, en in 1902 in Merauke. Dit gebeurde voornamelijk wegens gebiedsuitbreiding door de Britten en de Duitsers in het oosten; men wilde voorkomen dat Groot-Brittannië en Duitsland de grens te veel naar het westen zouden opschuiven. Hiermee werd het eiland Nieuw-Guinea dus in tweeën gedeeld. In feite was Nederlands-Nieuw-Guinea voor het grootste gedeelte niet onder bestuur. Men had nauwelijks kennis over de binnenlanden. Grote delen op de kaart waren nog een witte vlek en men had geen idee hoeveel mensen er eigenlijk op het eiland woonden. De oorspronkelijke bevolking van Nieuw-Guinea waren de Papoea's, die uit vele stammen bestonden. Zij waren tuinbouwers of jagers en verzamelaars. De economische activiteit was miniem. Alleen de kust- en eilandbewoners dreven enige kleinschalige handel, voornamelijk met de Molukse eilanden. Hierin werd getracht verandering te brengen door de oprichting van een exploitatiemaatschappij in 1938, maar die ontplooide niet veel activiteiten. Men kan dus zeggen dat tot aan de oorlog Nieuw-Guinea een verwaarloosd en onbetekenend gebied binnen Nederlands-Indië was. In 1903 werd de Noord Nieuw-Guinea Expeditie uitgezonden, die tot taak had de deels nog onbekende noordkust van Nieuw-Guinea te verkennen en op zoek te gaan naar exploiteerbare lagen steenkool. In 1936 werd de Carstensz-expeditie ondernomen. Tijdens deze expeditie, die tot doel had de hoogste toppen van het Carstenszgebergte te beklimmen, werd de Ertsberg ontdekt door Jean Jacques Dozy. Deze berg bleek niet alleen enorme kopervoorraden, maar ook 's werelds grootste goudafzetting te bevatten. Papoea omvat 21 procent van het Indonesische landoppervlak, en het omvat de grootste oppervlakten aan regenwoud buiten het Amazonebekken. Papoea bevat omvangrijke voorraden aan delfstoffen zoals nikkel, goud, koper, olie en gas en andere rijkdommen zoals tropisch hout en vis. Bronnen Vernoemingen in Indische buurten (aantal keren)
Hits - 1165
Synoniemen:
Pulau Irian |