Landgoed Mataram

Het landgoed Mataram ligt ten zuidwesten van Dalfsen in Emmen. Het landgoed bestaat uit twee delen, de historische buitenplaats met omliggende gronden ten zuiden van de Poppenallee en ruim 20 hectare verpachte landbouwgrond nabij de Vecht.

Bijzonderheden

Het gehele landgoed ligt in de gemeente Dalfsen en meet ruim 80 hectare. Op Mataram zijn nog vele overblijfselen te zien van de 19e-eeuwse aanleg van het buiten onder leiding van de Utrechtse tuinarchitect Hendrik van Lunteren. Voorbeelden zijn waterpartijen en kunstmatige verhogingen in het terrein. Tot Mataram behoort een pachtboerderij (melkveehouderij) die de landbouwgrond op de buitenplaats in gebruik heeft. De buitenplaats is sedert 1934 gerangschikt onder de Natuurschoonwet en is een beschermde historische buitenplaats in de zin van de Monumentenwet. Onderhoud is gericht op instandhouding van het landschap. De bosbouw neemt op Mataram slechts een bescheiden plaats in.

Geschiedenis

Waar thans Mataram ligt stond in vroeger tijden de havezate De Dieze. In de tweede helft van de 18e eeuw komt het buiten, dat geen havezate meer is, in handen van de Zwolse burgemeester Lucas Gijsbert Rouse. Na zijn dood in 1797 laat zijn erfgename, zijn zuster Anna Alide Rouse, het huis -inmiddels Het Franckeler geheten- slopen om een nieuw huis op te laten trekken.

In 1800 werd het goed bij publieke verkoping verworven door Joannes Matthias van Rhijn. Van Rhijn was resident geweest aan het hof te Mataram in voormalig Oost-Indiƫ. Rijk geworden in "de Oost", keerde hij terug naar Nederland. Het Franckeler noemde hij Mataram. Via vererving werd het goed doorgegeven. Derk Nicolaas van Rhijn bood het goed in 1827 te koop aan. Het geheel werd geschat op 60 hectare en gekocht door Johan Adriaan baron van Fridagh. Hij overleed op Mataram in 1857. In 1858 verkochten de erfgenamen het landgoed voor 90.000,- gulden aan Mr. Jan Arend Godert baron de Vos van Steenwijk, toen burgemeester van Zwolle en lid van de Eerste Kamer. Die heeft enige jaren op Mataram gewoond, maar vestigde zich in de 70'er jaren van de 19e eeuw op Voorstonden onder Brummen. Het huis Mataram raakte in verval. Op een dag zakte het klokkentorentje scheef, het stond er daarna nog enkele jaren bij als een droevige herinnering aan betere tijden. P.J.A.J. Meulemeester heeft de toestand van Mataram in die tijd treffend beschreven in zijn artikel "Hoe wij de Reuzen-Heksenbezem voor de Biologische Tentoonstelling bemachtigden en hoe hij in Amsterdam arriveerde":

In de kelders van het voormalige huis groeien de aardbeien, de fundamenten staan met manshooge epilobium angustifolium bezaaid en waar vroeger de deur was, staat nu een wilde roos weelderig te bloeien.

In 1901 had de eigenaar het huis laten neerhalen. Zijn zoon Mr. J.A. baron de Vos van Steenwijk, directeur van het Kabinet van de Koningin, liet op enige afstand van het voormalige huis een nieuwe villa bouwen naar een ontwerp van de Zwolse architect Mannes Meijerink, een nieuwe tuin aanleggen en de bossen op het landgoed opknappen. J.A. de Vos van Steenwijk overleed in 1941. Zijn neef mr. Jan Arend Godert baron de Vos van Steenwijk erfde Mataram. Na de dood van J.A.G. de Vos van Steenwijk in december 1972 vererft het landgoed op zijn dochter mr. Marie Edelgard barones de Vos van Steenwijk, gehuwd met Jhr. mr. Willem Hendrik de Beaufort, ouders van de huidige eigenaar, die het huis thans bewoont.

Bron: http://www.landgoedereninoverijssel.nl/landgoed-detail/mataram.html

Koloniaal erfgoed te voet - Jogjakarta en de Mataram

De dames Elly Touwen en Petra Groen, beiden historica, hebben een mooie wandeling van 16 km uitgezet welke langs vele koloniale erfgoederen gaat. De dames hebben uiteraard de wandeling eerst zelf gelopen.

Bezoek de website voor de route, kaarten en bovenal achtergrondinformatie. Zie https://koloniaalerfgoedtevoet.nl/dalfsen/

Veel plezier tijdens uw wandeling!